De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).

Weerstandsvermogen

Ratio weerstandsvermogen = €16.018.000 / €16.560.000 = 0,97

De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €16.018.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee lager dan de capaciteit opgenomen in de voorjaarsnota 2019.

De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €16.560.000. Ten opzichte van de voorjaarsnota 2019 is dit €1.500.000 hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door, per saldo een hoger risico in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid) en een stijging van het risico Sociaal domein (zie programma Meedoen).
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor financiële tegenvallers waar niemand rekening mee houdt. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) is toegenomen bij een dalende buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio minder positief (ratio was 1,10).

Relevante aspecten

  • 46 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
  • 19 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
  • Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.

Belangrijke conclusies

De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 0,97. In de Voorjaarsnota 2019 was de uitkomst 1,10. Het meerdere boven de ratio 1 is in de Voorjaarsnota 2019 gestort in de generieke weerstandsreserve. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het tekort (dit is het bedrag dat voor een lagere uitkomst van de ratio 1 zorgt) onttrokken uit de generieke weerstandsreserve.

De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over onvoldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen. Door aanvulling van de beschikbare weerstandscapaciteit vanuit de generieke weerstandsreserve wordt het weerstandsvermogen op voldoende niveau gebracht.
Ondanks de economische groei zijn er voor gemeente Deventer voldoende onzekerheden (o.a. gevolgen van rijksbeleid en de economische ontwikkelingen) die het noodzakelijk maken om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen.
In de jaarrekening 2019 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.