Zoals bij de Voorjaarsnota 2019 al als risico werd genoemd, zijn we geconfronteerd met een sterke financiële tegenwind, in de vorm van een fors lager accres in de Algemene uitkering. Toch kunnen we een structureel sluitende begroting en meerjarenbegroting aanbieden. Na autonome ontwikkelingen, met name veroorzaakt door de grote nadelen in de Algemene uitkering (meicirculaire 2019), was er in eerste instantie een nadelige uitkomst van de begroting. Dat de begroting toch structureel sluitend is, komt door vrijvallende budgetten Jeugd, die in de Algemene uitkering zijn ontvangen. Daarnaast is er ook een beroep gedaan op algemene dekkingsmiddelen. Toch blijven er voldoende weerstandsbudgetten over om tegenvallers te kunnen opvangen.
Bestuursakkoord financiële paragraaf
In het bestuursakkoord 2018-2022 van Deventer is het volgende opgenomen.
We zorgen voor een structureel sluitende jaar- en meerjarenbegroting, waarbij structurele uitgaven worden gedekt met structurele middelen. Alleen bij onverwacht externe financiële tegenvallers, die niet op korte termijn structureel gedekt kunnen worden, kan de begroting bij uitzondering met incidentele middelen sluitend worden gemaakt. De uitgaven passen we aan de inkomsten van het Rijk aan (trap op, trap af). Als dit leidt tot ongewenste maatschappelijke effecten, stellen we dit bij en vinden we de middelen elders binnen de gemeentelijke begroting. Voor het benodigde specifieke weerstandsvermogen handhaven we de minimale norm van 1.
Meer informatie
Uitgaven
In 2020 geeft de gemeente een bedrag van €350,1 miljoen uit aan de verschillende werkzaamheden, exclusief de algemene middelen en inclusief stortingen in reserves. In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel de uitgaven per programma bedragen. De lasten van de algemene dekkingsmiddelen, inclusief stortingen in reserves bedragen €17,6 miljoen. Voor een toelichting op dit programma wordt verwezen naar hoofdstuk Dekking programmaplan. De totale lasten van de gemeente bedragen €367,7 miljoen.
Inkomsten
De uitgaven zijn gedekt door inkomsten. De gemeente kent meerdere bronnen van inkomsten. De belangrijkste zijn de algemene dekkingsmiddelen, waaronder de algemene uitkering (bijdrage van het rijk) en de onroerende zaakbelasting, inkomsten direct gerelateerd aan de programma’s (bijvoorbeeld bijdragen van het rijk voor bijstandsuitkeringen of verkoopopbrengsten van gronden) en de overige heffingen die inwoners en bedrijven betalen, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing, maar ook bijvoorbeeld leges voor reisdocumenten.
Het onderstaande figuur geeft de inkomsten uit de verschillende bronnen schematisch weer. De totale inkomsten van de gemeente bedragen €367,7 miljoen. Hiervan wordt €13,7 miljoen geput uit reserves.
Meer informatie
Voorjaarsnota 2019
Door de raad werd op 3 juli 2019 de Voorjaarsnota 2019 vastgesteld. De uitkomst hierna van de begroting was:
(bedragen x €1.000)
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Uitkomst begroting | 0 | 0 | 0 | 352 |
Het voordelige resultaat in 2023 werd niet aangewend en zou betrokken worden bij het opstellen van de begroting 2020. Dan zou er ook meer duidelijkheid zijn over de meerjarige uitkomsten BUIG en de meicirculaire 2019 Algemene Uitkering.
Autonome ontwikkelingen
Door nieuwe, per saldo nadelige, autonome ontwikkelingen, die worden gedekt uit de algemene middelen, verandert de uitkomst van de Voorjaarsnota 2019. Een aantal van deze autonome ontwikkelingen is ook al in de 2e Kwartaalrapportage 2019 gemeld. De onderwerpen die dit betreffen zijn met een * aangeduid.
Hieronder volgt een specificatie en een toelichting op Autonome ontwikkelingen:
(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel)
Autonome ontwikkelingen | Programma | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
1. Strategisch bomenbeheer* | Leefomgeving | 50 | 250 | 250 | 195 |
2. Stormschade* | Leefomgeving | -235 | 0 | 0 | 0 |
3. Stadscampus* | Ruimtelijke ontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 100 |
4. BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | -1.445 | -1.200 | -510 | 0 |
5. Deventer Wijzer | Meedoen | -60 | 0 | 0 | 0 |
6. GGD | Meedoen | 50 | 50 | 50 | 50 |
7. Leerlingenvervoer extra* | Jeugd en onderwijs | -36 | 0 | 0 | 0 |
8. Capaciteit leerlingenvervoer | Jeugd en onderwijs | -56 | 0 | 0 | 0 |
9. Dividend Bergkwartier* | Economie en internationaal beleid | 77 | 77 | 77 | 77 |
10. Verkoop Nieuwe markt | Economie en internationaal beleid | -50 | 0 | 0 | 0 |
11. Mei-circulaire 2019 Algemene uitkering* | Algemene dekkingsmiddelen | -2.825 | -4.083 | -5.418 | -5.627 |
12. Stelpost prijzen/lonen | Algemene dekkingsmiddelen | 1.153 | 399 | 742 | 1.418 |
Saldo autonome ontwikkelingen | -3.377 | -4.507 | -4.809 | -3.787 |
Toelichting
1. Strategisch bomenbeheer
In de 2e kwartaalrapportage is voorgesteld in 2019 voor het strategisch bomenbeheer een budget beschikbaar te stellen van €690.000. Dit leidt uiteindelijk tot een structureel voordeel van €50.000 in 2020, €250.000 in 2021 en 2022 en €195.000 vanaf 2023.
2. Stormschade
Op 4 en 5 juni heeft er opnieuw een storm huisgehouden in Oost Nederland, ook in Deventer. Deze storm heeft verspreid over Deventer schade veroorzaakt. In totaal zijn er 80 individueel geregistreerde bomen omgewaaid. Daarnaast zijn er nog 50 niet individueel geregistreerde bomen (veelal bomen in bosachtige gebieden) omgewaaid. Deze bomen zijn verwijderd. Daarnaast waren opruimwerkzaamheden (losse takken) noodzakelijk en moesten bomen met forse kroonschade gesnoeid worden. De kostenraming van reeds door Het groenbedrijf (HGB) uitgevoerde werkzaamheden bedraagt €200.000, welke al zijn meegenomen in de 2e kwartaalrapportage 2019. Voor herplant (exclusief vervolgschade aan asfalt, verhardingen, overige voorzieningen) is €235.000 geraamd. Het voorstel is de totale kosten van €435.000 te dekken uit de algemene middelen. De kosten voor het opruimen van de schade komen ten laste van het jaar 2019 en de kosten voor herplant komen laste van het begrotingsjaar 2020.
3. Stadscampus
In het bestuursakkoord is de ontwikkeling van een Stadscampus als een van de speerpunten opgenomen. Om deze ontwikkeling verder te brengen is bij de Voorjaarsnota 2019 vanaf 2020 voor een periode van 4 jaar, jaarlijks €100.000 beschikbaar gesteld. Om de vaart in de ontwikkeling te houden wordt voorgesteld €100.000 1 jaar naar voren te halen. In de 2e Kwartaalrapportage 2019 is hiervoor in 2019 €100.000 beschikbaar gekomen. Dit betekent dat in 2023 €100.000 vrijvalt.
4. BUIG
Zie toelichting hoofdstuk sociaal domein BUIG.
5. Deventer Wijzer
In de Voorjaarsnota 2019 heeft de raad besloten over de afbouw van de Wijkwinkel naar DeventerWijzer. Daarbij is een motie aangenomen om de heroverweging in overleg met de bibliotheek te temporiseren. Voorgesteld wordt om in de begroting 2020 voor de afbouwperiode een frictiebudget van €60.000 beschikbaar te stellen. Het risico bestaat dat gezien de afbouw van personeel een periode van 3 jaar nodig is en dat het benodigde frictiebudget wat hoger uitkomt (€100.000 in plaats van €60.000).
6. GGD
De begroting 2020 van de GGD heeft vergeleken met de begroting van 2019 een voordeel. Het Deventer aandeel hierin is structureel €50.000.
7. Leerlingenvervoer extra
De extra kosten voor het dagelijks leerlingenvervoer naar Haren (Groningen) kost €72.000 euro per jaar. Het gaat om een speciale school voor doven en slechthorenden en het vervoer is in ieder geval tot en met schooljaar 2019/2020 toegekend. In de 2e kwartaalrapportage 2019 zijn de kosten ad €72.000 voor 2019 meegenomen. In 2020 bedragen de extra kosten €36.000.
8. Capaciteit leerlingenvervoer
Voor Leerlingenvervoer is extra personele inzet in 2020 nodig. De kosten bedragen eenmalig €56.000. Nu het route gebonden vervoer weer door de gemeente wordt geregeld moet nog blijken wat de structureel benodigde formatie is. Bij de Voorjaarsnota 2020 wordt het college van B en W hierover geïnformeerd.
9. Dividend Bergkwartier
In de 2e kwartaalrapportage 2019 is gemeld dat het structurele dividend NV Bergkwartier vanaf 2019 kan worden verhoogd met €77.000.
10. Verkoop Nieuwe markt
Het college van B en W d.d. 3 september 2019 besloten tot verkoop van Nieuwe markt 1G. De overeengekomen koopsom bedraagt €90.000 kosten koper. De boekwaarde van het object is €140.250. Het negatieve verkoopresultaat is €50.250. De opbrengst van deze verkoop wordt in mindering gebracht op de boekwaarde, het restant komt ten laste van algemene middelen.
11. Meicirculaire 2019 Algemene uitkering
Dit betreft de uitkomst van de Meicirculaire 2019 Algemene uitkering. In juni is hierover het college van B en W en de raad geïnformeerd. Vergeleken met deze cijfers zijn de gepresenteerde nadelen structureel groter. De WOZ-waarden mutaties komen nadeliger uit. Het blijkt een fout bij het CBS te zijn geweest. Er was een verkeerde peildatum gebruikt in de brongegevens van de WOZ. Nadeel vanaf 2020 €475.000. In de bijlage bij deze begroting wordt een uitgebreide toelichting gegeven bij de uitkomsten van de meicirculaire 2019.
12. Stelpost lonen/prijzen
Op basis van de Meicirculaire 2019 Algemene uitkering en de nieuwe CAO-gemeenteambtenaren kunnen de uitgaafstelposten prijzen/lonen neerwaarts worden bijgesteld.
Sociaal domein Jeugd
Voordelen Jeugd in rekening 2018
In de rekening 2018 was het voordeel op het budget Jeugd €2,3 miljoen. In de 1e Kwartaalrapportage is hiervan reeds €500.000 als structureel voordeel ingeboekt, te weten: €250.000 naar de algemene middelen en €250.000 voor het invullen van de transformatie.
In de afgelopen zomer is bij de belangrijkste zorgaanbieders een uitvraag gedaan van de productie over het 1e halfjaar. Op basis hiervan is de verwachting dat de kosten Jeugdhulp voor €1,2 miljoen hoger uitkomen dan in 2018. Het verwachte voordelige saldo voor 2019 komt daarmee op €600.000 (exclusief de extra gelden uit de meicirculaire en na afroming van €500.000 bij de Voorjaarsnota 2019). Rekening houdend met de kosten in 2019 blijft er voorzichtigheidshalve een structureel voordeel van €600.000 binnen het budget Jeugd. Voor Veilig Thuis wordt €150.000 beschikbaar gesteld. De nieuwe wettelijke meldcode leidt tot een forse regionale stijging van het aantal meldingen voor Veilig Thuis. Het structurele effect wordt nog nader onderzocht.
Extra middelen van het Rijk
Het kabinet stelt de komende jaren in de Algemene Uitkering ruim €1 miljard extra ter beschikking voor de jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Gemeenten krijgen hiermee extra middelen om hulp en ondersteuning te bieden aan kwetsbare jongeren en aan mensen met psychische problematiek. Reden is dat uit onderzoek blijkt dat steeds meer jongeren in Nederland jeugdhulp krijgen en veel gemeenten met financiële tekorten kampen. Dit stelt gemeenten voor flinke uitdagingen. Daarom komt het kabinet gemeenten tegemoet. Voor Deventer gaat het in 2019 om €2,9 miljoen. In 2020 en 2021 is er €2,2 miljoen beschikbaar.
Aanvullend op de eenmalige bedragen die zijn ontvangen in de meicirculaire 2019, is er een aanvullende richtlijn van het Rijk en de provinciale toezichthouder gekomen over het inzetten van deze bedragen in de begroting.
De kern hierin is:
- De extra middelen jeugdzorg voor de jaren 2019 tot en met 2021, die onderdeel uitmaken van de algemene uitkering, worden als structureel dekkingsmiddel aangemerkt;
- Voor de jaren 2022 en 2023 kan door de gemeente een stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ geraamd worden: per gemeente naar rato van de € 300 miljoen (in 2021);
- Deze stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ kan als structureel opgenomen worden;
- Voorwaarde is dat daarnaast gemeente tevens zelf maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en ggz mede gericht op beheersing van de kosten. Gemeenten spelen immers zelf ook een actieve rol in de transformatie en daarmee ook in het kunnen beperken van de uitgaven.
Ten aanzien van de beschikbare middelen Jeugd kan het volgende overzicht worden gemaakt.
(bedragen x €1.000 -/- = nadeel)
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Saldo Jeugdhulp 2018 | 2.300 | |||||
Afroming 1e kwartaalrapportage 2019 | -500 | |||||
Stijging kosten in 2019 | -1.200 | |||||
Saldo verwacht bij budgettair kader 2019 | 600 | PM | PM | PM | PM | |
Reguliere mutaties Meicirculaire 2019 | 996 | 443 | 478 | 510 | 544 | |
Tekort Veilig thuis | -150 | -150 | -150 | -150 | ||
Saldo | 1.596 | 293 | 328 | 360 | 394 | |
Extra geld jeugdbudget Meicirculaire 2019 | 2.910 | 2.249 | 2.296 | 2.296 | 2.296 | |
Saldo | 4.506 | 2.542 | 2.624 | 2.656 | 2.690 | |
Aanwenden voor nieuwe projecten Jeugd 2019 t/m 2022 | -3.838 | |||||
Saldo voor algemene middelen | 668 | 2.542 | 2.624 | 2.656 | 2.690 |
De extra middelen Jeugd worden in Deventer aangewend voor het opvangen van de uitgaven Jeugd op basis van bestaand beleid en voor nieuwe projecten. Met deze projecten (zie onderstaande tabel) wordt de ingezette lijn van Wieg naar Werk op het normale leven versterken (preventie), toegang en maatwerk verder gecontinueerd en verstevigd. Extra aandacht wordt gegeven aan de verbinding tussen jeugdbeleid en onderwijs en aan het normale leven versterken (preventie). Via een afzonderlijke raadsmededeling wordt de raad geïnformeerd over de inhoud van de projecten.
Voor de projecten wordt budget beschikbaar gesteld voor drie jaar. Op basis van een evaluatie na 3 jaar wordt bepaald of de projecten kunnen worden voortgezet binnen het beschikbare Jeugdhulpbudget of dat de projecten moeten worden beëindigd. Reden is dat door investeren in transformatie en innovatie, als het werkt zoals voorzien, op het jeugdhulp budget geld wordt overgehouden.
Voor de uitvoering van deze projecten tot en met 2022, is in totaal €3,8 miljoen beschikbaar binnen de niet aangewende middelen Jeugd van 2019 (€4,5miljoen). De resterende budgetten (€0,7 miljoen 2019 en circa €2,6 miljoen voor de volgende jaren) worden toegevoegd aan de algemene middelen.
(bedragen x €1)
Categorie | Project | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Preventie | Lichte opvoedondersteuning | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Locatie jongerenwerk Bathmen | 1.667 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |
Scholing / praktijkontwikkeling professionals | 0 | 50.000 | 0 | 0 | |
Politiekids en jongeren team Toezicht | 13.333 | 80.000 | 80.000 | 80.000 | |
Weerbaarheidstrainingen | 23.333 | 140.000 | 140.000 | 116.667 | |
Verbinding Jeugdhulp - Onderwijs | Klassehuis | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
De meesters van Brick in het regulier primair en voortgezet onderwijs | 33.333 | 200.000 | 200.000 | 200.000 | |
Tussenvoorziening EHL | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
"Autistenklas" | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
Opdracht aan team Leerplicht | 20.000 | 120.000 | 120.000 | 120.000 | |
Inzet GGD op VO/VMBO (M@ZL) | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
Extra geld voor projecten in kader VSV | 5.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |
Maatwerk | BSO plus | 16.667 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Werkwijze kwetsbare jongeren 16-27 | 4.167 | 25.000 | 25.000 | 20.833 | |
Moeilijk plaatsbare jongeren | 0 | PM | PM | PM | |
Driehoek/huiskamer Keizerslanden | 50.000 | 300.000 | 300.000 | 300.000 | |
Subtotaal | 250.835 | 1.555.000 | 1.505.000 | 1.477.500 | |
Alternatieve dekking (budget maatwerk/innovatiebudget) | 50.000 | 300.000 | 300.000 | 300.000 | |
Nog te dekken uit extra middelen jeugdhulp | 200.835 | 1.255.000 | 1.205.000 | 1.177.500 |
Sociaal domein WMO
Risico hulpmiddelen
Voor de Wmo hulpmiddelen loopt een nieuwe aanbesteding. De huidige aanbesteding loopt 1 januari 2020 af en kan niet meer verlengd worden. Op basis van alle op dit moment uitstaande hulpmiddelen is gekeken wat op dit moment de gangbare prijzen zijn in de markt. Hierbij is gekeken naar recente uitkomsten van aanbestedingen in omliggende gemeenten. Het risico is dat de aanbesteding tot een forse stijging van onze uitgaven gaat leiden. Hiervoor wordt een bedrag in het weerstandsvermogen gereserveerd.
Transformatieopgave WMO
We gaan verder met het transformeren in het sociale domein om de passende ondersteuning aan onze inwoners en begeleiding naar werk ook op de langere termijn goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Deventer mag trots zijn op hoe we sinds de decentralisaties invulling hebben gegeven aan de uitvoering van de taken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet. We blijven investeren in preventie en onze sociale infrastructuur, zorgen ervoor dat onze toegangen hun werk goed kunnen blijven doen, onderzoeken of innovatie en andere vormen van ondersteuning en begeleiding naar werk betere resultaten bieden en monitoren zodat we waar nodig kunnen bijsturen. Deze investering aan de voorkant is financieel vertaald als een besparing in de begroting van de WMO. In 2020 gaan we uit van een besparing van €250.000 in de (decentralisatie) uitgaven die oploopt naar €750.000 in 2022.
Sociaal domein BUIG
Deventer volgt in haar begroting de landelijke ramingen van het CPB met betrekking tot de ontwikkeling van het uitkeringenbestand. Voor de begroting 2020 resteert hiermee nog een financiële opgave op het BUIG budget van €1,45 miljoen.
In het vierde kwartaal van 2019 wordt het nieuwe beleidskader vastgesteld. Dit nieuwe beleid, in combinatie met heronderzoeken op rechtmatigheid, leidt op termijn tot een extra daling van 150 uitkeringsgerechtigden waarmee de opgave wordt gerealiseerd. De invoering van het nieuwe beleid in 2020 betekent in de praktijk dat 2020 vooral in het teken staat van implementatie. In de jaren daarna wordt de taakstelling gerealiseerd. De invoering vindt geleidelijk plaats, waardoor de opgave in drie jaar wordt gerealiseerd. Dit leidt ertoe dat in 2021 nog een aanvullende bijdrage vanuit de algemene middelen nodig is van €1,2 miljoen aflopend naar €510.000 in 2022 tot nihil in 2023.
(bedragen x €1.000)
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Aanvullende bijdrage algemene middelen | 1.445 | 1.200 | 510 | 0 |
De exacte opgave ten aanzien van de bijstandsuitkeringen is jaarlijks afhankelijk van het BUIG-budget dat wordt toegekend vanuit het ministerie van SZW. De omvang van deze specifieke uitkering is een combinatie van het macrobudget, dat wordt gebaseerd op landelijke ontwikkelingen, en het objectief verdeelmodel waarmee het aandeel voor Deventer wordt bepaald. Bij de Voorjaarsnota 2020 zal de voortgang worden geëvalueerd.
Dekking
Dekking nadelige uitkomst begroting 2020-2023
Op basis van de nieuwe autonome ontwikkelingen heeft de begroting 2020-2023 nadelige uitkomsten. Voor het krijgen van een structureel sluitende begroting stellen we als dekking voor:
- Voordelen Jeugd (zie hoofdstuk sociaal domein onderdeel Jeugd);
- Voordelen rente door verlaging omslagrentepercentage van 2,5% naar 2,2%. Deze verlaging is gebaseerd op de hiervoor gestelde regels in het besluit begroting en verantwoording (BBV). Normaal gesproken worden deze voordelen structureel gestort in de generieke weerstandsreserve. Dit voorstel is dus een uitzondering op de bestaande praktijk, maar is nodig om een sluitende begroting te krijgen.
- De opschalingskorting 2024 in de Algemene uitkering niet al volledig in 2023 te dekken maar pas in 2024. In het VVD/PvdA regeerakkoord uit 2013 werd opgenomen dat er gemeenten moesten komen met meer dan 100.000 inwoners. Veel gemeenten zouden dan moeten fuseren, opschalen. Die plannen waren al heel snel van de baan. Daar was geen draagvlak voor. Maar de gemeenten krijgen nog steeds wel een opschalingskorting, dus minder geld uit het Gemeentefonds. Tegenwoordig wordt het een apparaatskostenkorting genoemd. In de circulaires is een meerjarige reeks opgenomen voor uitnamen wegens de opschalingskorting. Deze loopt ook buiten de meerjarentermijn nog door tot en met 2025. In de begroting 2020-2023 zijn deze kortingen in de raming Algemene uitkering opgenomen. In de 1e kwartaalrapportage 2019 is door de raad besloten de korting in 2024 al in 2023 te ramen via een storting in de generieke weerstandsreserve. Dit besluit draaien we nu gezien de nadelige uitkomsten van de begroting terug. We gaan nu in 2024 de korting AU in 2024 opnemen.
- De hierna nog resterende verschillen worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
De begroting wordt in de jaren 2020 tot en met 2022 met eenmalige middelen sluitend gemaakt. Toch is er sprake van een structureel sluitende begroting. Hier zijn twee redenen voor:
- In de begroting zitten nog eenmalige uitgaven die structureel waren gedekt. De structurele dekking wordt nu vervangen door eenmalige dekking.
- Onder bepaalde voorwaarden mag een surplus in de algemene reserves mag worden ingezet als dekkingsmiddel voor het sluitend maken van de begroting zonder deze mutatie op te nemen op het overzicht van incidentele baten en lasten. Bij een juiste toepassing wordt dan in het kader van het provinciaal toezicht geen correctie doorgevoerd op het structureel (meerjaren)begrotingssaldo. Dit onder de voorwaarde dat de inzet van de reservemiddelen geen deel uitmaakt van de specifieke weerstandscapaciteit die nodig is voor het afdekken van de geïnventariseerde risico’s.
Voor de jaren 2021 en 2022 moet dan het nadelige saldo in 2021 voor €520.000 en voor 2022 €916.000 worden gedekt uit de nieuw te vormen reserve “dekking begrotingstekort 2021 en 2022”. Zie ook het overzicht structureel begrotingssaldo. Deze reserve wordt gevoed uit de generieke weerstandsreserve. De overblijvende nadelen in 2021 en 2022 worden gedekt uit de generieke weerstandsreserve omdat voor deze bedragen een beroep wordt gedaan op de ruimte die bij punt 1 is genoemd.
Structureel begrotingssaldo
Voor het inzicht in de financiële positie op korte en langere termijn is belangrijk om een goed beeld te hebben van het structureel begrotingssaldo.
Om te bepalen of er in de begroting en meerjarenraming sprake is van structureel evenwicht wordt in het overzicht structureel begrotingssaldo inzichtelijk gemaakt welke incidentele baten en lasten de begroting en meerjarenraming bevat.
(bedragen x €1.000)
Structureel begrotingssaldo | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo van baten en lasten | -1.458 | -1.656 | -115 | 2.335 |
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | 1.458 | 1.656 | 115 | -1.850 |
Totaal resultaat meerjarenbegroting | 0 | 0 | 0 | 485 |
Waarvan incidentele baten en lasten (Bijlage: staat van incidentele lasten en baten) | 102 | -520 | -916 | -3 |
Structureel begrotingssaldo | 102 | -520 | -916 | 482 |
Uitkomst begroting
Op basis van het voorstel voor de dekking van de nadelige begrotingsuitkomsten kan het volgende overzicht worden gemaakt.
(bedragen x €1.000 -/- = nadeel))
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Uitkomst na Voorjaarsnota 2019 | 0 | 0 | 0 | 352 |
Autonome ontwikkelingen | -3.377 | -4.507 | -4.809 | -3.787 |
Saldo | -3.377 | -4.507 | -4.809 | -3.435 |
Vrijvallende middelen Jeugd | 2.542 | 2.624 | 2.656 | 2.690 |
Saldo | -835 | -1.883 | -2.153 | -745 |
Verlaging omslagpercentage rente | 0 | 500 | 500 | 500 |
Terugdraaien eerdere dekking voor opschalingskorting 2024 | 0 | 0 | 0 | 730 |
Saldo | -835 | -1.383 | -1.653 | 485 |
Putting uit generieke weerstandsreserve | 835 | 863 | 737 | 0 |
Putting uit reserve begrotingstekorten | 0 | 520 | 916 | 0 |
Saldo | 0 | 0 | 0 | 485 |
Het bedrag van de voordelige uitkomst in 2023 wordt niet aangewend en betrokken bij het opstellen van de Voorjaarsnota 2020.
Financiële soliditeit
Financiële soliditeit (financieel solide huishouding) is een onderdeel van een structureel sluitende (meerjaren-)begroting. Hierbij wordt ook gekeken of er voldoende buffers beschikbaar zijn om op korte termijn risico’s en nadelen te kunnen dekken We voldoen aan deze eisen en lichten dat hieronder toe:
Structurele stelposten
Voor het opvangen van nadelen zijn de volgende stelposten, voor autonome ontwikkelingen en accres algemene uitkering, in de exploitatie beschikbaar.
(bedragen x €1.000)
Autonome ontwikkelingen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Stelpost autonome ontwikkelingen | 650 | 1.000 | 1.350 | 1.725 |
(bedragen x €1.000)
Accres algemene uitkeringen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Stelpost accres AU | 850 | 850 | 750 | 750 |
Weerstandsratio
De ratio van het weerstandsvermogen in deze begroting bedraagt 1. Dit betreft een weerstandsvermogen en risicobedrag van €16,6 miljoen. Zie voor verdere toelichting paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement.
Generieke weerstandsreserve
Naast de specifieke weerstandsreserve (afdekken van de risico’s grondexploitatie en sociaal domein) is er ook een generieke weerstandsreserve. Deze reserve dient als dekkingsmiddel voor het opvangen van nadelen die op verschillende terreinen kunnen ontstaan zoals: opvangen verliesvoorzieningen/afwaarderingen grondexploitaties (groter dan aanwezig in specifiek weerstandsvermogen), risico’s gemeentegarantie, mutaties Algemene uitkering, faseringsverschillen taakstellingen, frictiekosten taakstellingen, rentemutaties en afdekken eenmalige begrotingstekorten.
De stand van de generieke weerstandsreserve bedraagt:
(bedragen x €1.000 -/- = putting + = storting)
Generieke weerstandsreserve | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Stand 01-01 | 1.659 | 5.560 | 4.695 | 3.741 | 4.144 |
Mutaties: | |||||
1. Diverse eerder genomen besluiten | 3.672 | 602 | 429 | 2.056 | 3.059 |
2. Voeding specifieke weerstandsreserve | -542 | ||||
3. Lagere storting in 2023 i.v.m. dekking opschalingskorting in 2024 | -730 | ||||
4. Schouwburg | -440 | -90 | |||
5. Begrotingsuitkomsten 2019-2023 | 669 | -835 | -1.383 | -1.653 | |
Saldo | 5.560 | 4.695 | 3.741 | 4.144 | 6.473 |
Toelichting:
2. Voeding specifieke weerstandsreserve
Zie paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement.
4. Schouwburg
Naast het verzoek om aanvullende financiering, heeft NV Schouwburg een verzoek ingediend voor eenmalige subsidie (RM 22/5/2019). Over dit subsidieverzoek en eventuele dekking van frictiekosten is het college nog met de NV Schouwburg in gesprek. In de stand van de generieke weerstandsreserve wordt alvast rekening gehouden met het verstrekken van de eenmalige subsidie. Alvorens dit bedrag wordt verstrekt, wordt de raad hierover nog geïnformeerd middels een raadsmededeling.
Openstaande taakstellingen
In de begrotingen 2020-2023 zijn diverse taakstellingen opgenomen. De belangrijkste taakstellingen betreffen:
- Verkoop panden en gronden Deventer NO. De structurele besparing moet €0,3 miljoen structureel bedragen. Dit is een verkoopopbrengst van €7,5 miljoen.
- Transformatie sociaal domein
Ten aanzien van de taakstelling transformatie sociaal domein (WMO en BUIG) verwijzen we naar de toelichting in het hoofdstuk sociaal domein. Op dit moment is er geen reden om aan te nemen dat deze taakstellingen niet worden gerealiseerd.
Financieel perspectief
De begroting 2020-2023 is structureel sluitend. In 2023 is er dan nog een voordelige uitkomst van €485.000. Dit bedrag wordt niet aangewend en wordt betrokken bij het opstellen van de Voorjaarsnota 2020. Of de Voorjaarsnota ook een sluitend beeld zal geven is afhankelijk van diverse externe factoren, zoals ontwikkelingen Algemene uitkering en bijdrage BUIG. Ook is het noodzakelijk dat de taakstellingen in de begroting en het meerjarenperspectief volledig ingevuld worden en er zich geen tegenvallers of risico's voordoen. De ruimte om nieuwe eventuele tegenvallers op te vangen is de komende jaren beperkt. Indien deze externe factoren een nadelige uitkomst van de begroting betekenen zullen we hierop met heroverwegingen moeten anticiperen. Mogelijk moeten er ook nog aanvullende dekkingsmiddelen gevonden worden voor nieuwbouw school Marke-zuid en sporthal Keizerslanden. Als laatste kan er ook de wens zijn de komende jaren ruimte voor nieuw beleid beschikbaar te hebben. In de aanloop naar de Voorjaarsnota 2020 zullen we de raad informeren over een eventueel noodzakelijk op te starten heroverwegingsproces.
Leidraad grote projecten
Het college van B en W doet jaarlijks bij de begroting een voorstel aan de raad voor het aanwijzen welke projecten de status van grote projecten krijgen.
In de begroting 2019 waren het de projecten:
Projectnaam | Fase | |
Bedrijvenpark A1 | Realisatiefase | |
Haalbaarheidsstudie verbouwing Burgerweeshuis | Verkenningsfase (ligt stil) | |
Implementatie Omgevingswet | Realisatiefase | |
Poort van Deventer - Gasfabriekterrein en S/Park | Realisatiefase | |
Poort van Deventer - Stadsentree (Teugseweg) | Verkenningsfase | |
Realisatie Viking Film & Theater | Realisatiefase | |
Toegang sociaal domein | Verkenningsfase | |
Voor 2020 wordt voorgesteld het project Burgerweeshuis, gezien de onzekerheid van realisatie, te schrappen. Het project Marke-zuid en sporthal Keizerslanden wordt aan de lijst toegevoegd. De rest van de projecten blijft gehandhaafd.
Meer informatie
Inleiding
Vanuit de voorgaande jaren beschikken we nog over een lijst voorportaal investeringen. Veel ambities, projecten en wensen zijn opgenomen in het bestuursakkoord. Een aantal resterende majeure projecten en opgaven blijven staan. Vergeleken met de voorportaallijst zijn geen investeringen geschrapt. Wel is er een voorportaal investering bijgekomen te weten “ITS/ VRI"S digitale optimalisering bereikbaarheid”.
- Infrastructuur rondom Poort van Deventer;
- Haveneiland en ondernemerskavels;
- Capaciteitsvergroting kruisingen Oldenielstraat (bereikbaarheidsconclaaf);
- Rijbaanverdubbeling Oldenielstraat (bereikbaarheidsconclaaf);
- Parkeeropgave binnenstad (capaciteitsuitbreiding mits noodzakelijk);
- 3e brug (bereikbaarheidsconclaaf);
- Waterveiligheid en maatregelen IJssel (richting 2050);
- Vergroten capaciteit / vervanging sluiscomplex;
- ITS/ VRI"S digitale optimalisering bereikbaarheid.
Voorportaal investeringen
Voorstellen
Infrastructuur rondom Poort van Deventer
Om het gebied rondom McDonalds en Postillion (Bergweide 5.2) te ontwikkelen zijn infrastructurele maatregelen nodig. Indien op termijn de publiek private ontwikkeling van de Poort van Deventer (waaronder het Open Innovation Centre op het Akzoterrein) succesvol gaat verlopen is deze oplossing niet meer afdoende. Kosten voor een nieuwe lusstructuur met nieuwe aansluitingen worden globaal geraamd op €2 miljoen (exclusief de benodigde aankoop van gronden, reeds in achterliggende grondexploitaties opgenomen investeringen en overige flankerende maatregelen). Daarnaast zullen ingrepen nodig zijn op de kruisingen zelf (langzaam verkeer naar tunnels of bruggen) om meer capaciteit te krijgen voor het verwerken van snel verkeer. De totale kosten zijn op dit moment nog niet exact te ramen. Daarmee is onze inzet een co-financiering in de totale publiekprivate investering die binnen de ontwikkeling van de Poort van Deventer de komende jaren nader zal worden uitgewerkt.
Op korte termijn zijn ook reeds maatregelen nodig. De huidige capaciteit zit aan zijn maximum, terwijl er wordt gekeken naar de realisatie van een carpoolplek nabij het hotel als vervanging van de huidige carpoolplek die komt te vervallen door de verbreiding van de A1. Deze uitbreiding zorgt voor meer verkeer.
Haveneiland en ondernemerskavels
In het document “Havenkwartier in de stadsassenzone” zijn in 2013 ten behoeve van de Ontwikkelagenda Overijssel – Stedendriehoek – Deventer de kansen rond het Havenkwartier in beeld gebracht. Project 1 (Hanzeweg) en 2 (Mr HF de Boerlaan) zijn nu in uitvoering. Project 3 (Haveneiland/ ondernemerskavels) is de laatste in de rij en kan niet zonder externe funding gerealiseerd worden. Bij de herijking Groot Bergweide is voorgesteld het haveneiland te ontwikkelen in co creatie met ondernemers. Naast het faciliteren in juridisch planologische zin, werken wij achterstallig onderhoud in de openbare ruimte weg en leggen wij een kade aan voor de groeiende beroeps- en pleziervaart. Het benodigde bedrag is €2,4 miljoen.
Bereikbaarheidsconclaaf
Als uitwerking van het ambitiedocument „Deventer: een bericht aan de Stad‟ (2010) is een bereikbaarheidsconclaaf georganiseerd waardoor maatregelen voor negen samenhangende kwesties zijn geformuleerd. Gefaseerd zijn en worden deze maatregelen ter hand genomen. De maatregel die de komende periode concreet moet gaan worden, maar nog niet is gedekt is de aanpassing rondom de van Oldenielstraat. De kruisingen met de Hoge Hondstraat en Brinkgreverweg zullen moeten worden vergroot. Uit een verkeerstechnische studie is gebleken dat het ook vanuit de verkeerscapaciteit noodzakelijk is de rijbaan tussen de kruisingen te verdubbelen. Dit heeft ingrijpende sociale en stedenbouwkundige consequenties. Op de (zeer) lange termijn worden nog aanvullende investeringen voorzien, zoals de aanleg van een 3e brug.
Parkeeropgave binnenstad (capaciteitsuitbreiding mits noodzakelijk)
De eindoplossing voor het parkeren in de binnenstad was voorzien in een bebouwde voorziening in het sluiskwartier. Door de nieuwe ontwikkelfasering van het Sluiskwartier is de eindoplossing niet meer in beeld. Om toch in voldoende parkeren te voorzien was het noodzakelijk dat de Brinkgarage permanent bleef staan en dat het parkeren op de Melksterweide bij de Worp planologisch mogelijk zou worden. Dit is gelukt. Op 2 januari 2019 is het Grote Kerkhof autovrij gemaakt. Op zich is er voldoende alternatieve parkeerruimte in de binnenstad. Mochten er toch parkeerknelpunten zich gaan voordoen, is in het bestuursakkoord opgenomen dat er zal worden gezocht naar mogelijkheden om het parkeren uit te breiden. De (grote) investering die gepaard gaat met een dergelijke voorziening in een bebouwde historische omgeving, kan niet gefinancierd worden vanuit de parkeerexploitatie (besluitvorming MPP).
Waterveiligheid en maatregelen IJssel (richting 2050)
Nieuwe landelijke waterveiligheidsnormering zullen op lange termijn > 2050 gevolg hebben voor de wijze waarop we ter plaatse van de binnenstad de waterveiligheid kunnen garanderen. Tegelijkertijd zijn er de nodige ontwikkelingen die spelen ter plaatse van de binnenstad die van invloed kunnen zijn op lokale waterstanden en waterkeringen. Te denken bijvoorbeeld aan ontwikkelingen met betrekking tot de binnenvaart. Ook hebben we aandacht voor klimaatadaptatie bij ruimtelijke ontwikkelingen. Op lange termijn zullen er investeringen in waterveiligheid nodig zijn.
Vergroten capaciteit / vervanging sluiscomplex
Als gevolg van de ontwikkeling van de Haven wordt duidelijker dat de functionele capaciteit van de sluis in Deventer beperkt is. De maximale schepen op de IJssel (CEMT klasse Va) zijn groter dan de afmetingen van de sluiskolk. Daarnaast komt op termijn (circa 10 tot 20 jaar) het einde van de levensduur van het sluiscomplex in zicht. Gezien de ambities rond de haven, de ontwikkeling van de logistiek, de problematiek rondom waterveiligheid en klimaatopgaven en de duurzaamheidsopgave zal het vraagstuk rondom het vergroten / vervangen van het sluiscomplex moeten worden opgepakt. De omvang van de benodigde middelen zijn zo groot, dat we gemeentelijk tijdig moeten gaan reserveren. Daarnaast kunnen we deze investering nooit alleen rechtvaardigen. Er zijn in Nederland zeer weinig gemeenten die een volwaardig sluiscomplex in een primaire waterkering moeten onderhouden (en vervangen). Het rijk, provincie, regio en het bedrijfsleven zullen ook nodig zijn.
ITS/ VRI"S digitale optimalisering bereikbaarheid
In de afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest op het vlak van verkeer, vervoer, parkeren en bereikbaarheid. Een van de ontwikkelingen waar Deventer slim in meegegroeid is, is de digitalisering van de diverse intelligente transportsystemen (ITS) binnen onze gemeente. Op het Hanzetracé is dit systeem inmiddels voor een groot deel gerealiseerd, o.a. door handig mee te liften op landelijke trajecten en extern beschikbaar gestelde budgetten. Na realisatie van deze mooie basis houdt het project voor de andere overheden (Rijk en Provincie) binnenkort een keer op. Voor het in standhouden en aanvullen van deze hoogwaardige systemen die bestaan uit VRI's, digitale netwerken, camera's en moderne verwijsapparatuur is vanaf nu echt een ophoging van het structureel beheerbudget van €150.000 nodig. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de werking van dit intelligente systeem op termijn niet meer volledig gegarandeerd worden. Daarnaast kunnen de investeringen in het kenteken parkeren op straat, de doorontwikkeling naar een scan-auto en de realisatie van parkeersensoren niet gefinancierd worden vanuit het lopende MPP.
Meer informatie
Inleiding
In de programma’s Burger en bestuur tot en met Bedrijfsvoering zijn de gemeentelijke activiteiten en middeleninzet samengevat. De kosten van deze programma’s moeten gedekt worden. Nieuw in deze begroting is dat het programma Kunst, Cultuur en Economie gesplitst is in Economie/Internationaal beleid en Kunst en Cultuur.
Het dekking programmaplan bevat een overzicht van de beschikbare dekkingsmiddelen voor de begroting en geeft een totaaloverzicht van het resultaat van de begroting.
Hieronder wordt het resultaat van de meerjarenbegroting weergegeven, zowel exclusief alsook inclusief verrekening van reserves. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de lasten en baten van de programma’s en van de beschikbare dekkingsmiddelen.
Resultaat meerjarenbegroting inclusief verrekening reserves
In de onderstaande tabel worden de uitkomsten van de begroting gepresenteerd. In hoofdstuk Financiële uitkomsten begroting, treft u een nadere toelichting en specificatie aan.
(bedragen x €1.000)
Structureel begrotingssaldo | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo van baten en lasten | -2.500 | -1.736 | -244 | 2.205 |
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | 2.500 | 1.736 | 244 | -1.720 |
Totaal resultaat meerjarenbegroting | 0 | 0 | 0 | 485 |
Resultaat meerjarenbegroting exclusief verrekening reserves
In onderstaande tabel is het totaal aan lasten en baten opgenomen. Het lastentotaal geeft een beeld van de gemeentelijke ‘omzet’. Deze bedraagt voor 2020 €346 miljoen. Het resultaat (onder in de tabel) geeft het overall-saldo van lasten en baten als de verrekening met reserves (puttingen en stortingen) buiten beschouwing wordt gelaten. Dat geeft een extra inzicht in de financiële positie van de gemeente. De regelgeving (BBV 2004) schrijft deze cijferopstelling dan ook voor. Het saldo per programma en de algemene dekkingsmiddelen zijn hierna verder gespecificeerd.
(bedragen x €1.000)
Resultaat begroting exclusief verrekening reserves | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Totaal lasten programma's (exclusief Algemene dekkingsmiddelen) | 346.380 | 329.236 | 327.855 | 325.985 |
Totaal baten programma (exclusief Algemene dekkingsmiddelen) | 118.285 | 102.996 | 101.581 | 101.027 |
Totaal saldo programma (exclusief Algemene dekkingsmiddelen) | -228.095 | -226.240 | -226.274 | -224.958 |
Totaal saldo algemene dekkingsmiddelen | 225.595 | 224.505 | 226.029 | 227.162 |
Resultaat begroting exclusief verrekening reserves | -2.500 | -1.736 | -245 | 2.205 |
Verrekening met reserves
In onderstaand overzicht zijn alle stortingen en puttingen in/uit reserves verzameld die ten laste resp. ten gunste worden gebracht van de exploitatie. Ook is opgenomen welke rente conform de vastgestelde regels wordt toegevoegd aan reserves. Voor detailinformatie per programma wordt verwezen naar bijlage Resultaatbestemming. Een en ander leidt per saldo tot het volgende effect van verrekening met reserves per jaar.
(bedragen x €1.000)
Reserves | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo stortingen (-) en puttingen (+) exclusief rentetoevoeging | 2.820 | 2.011 | 478 | -1.498 |
Toevoeging van rente aan reserves (-) | 321 | 275 | 233 | 221 |
Saldo stortingen (-) en puttingen (+) inclusief rentetoevoeging | 2.500 | 1.736 | 245 | -1.720 |
Saldo lasten en baten per programma
In dit overzicht zijn de saldo's per programma (exclusief reserve mutaties) samengevat.
(bedragen x €1.000)
Saldo per programma | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Burger en bestuur | -5.847 | -5.796 | -5.967 | -5.967 |
Openbare orde en veiligheid | -9.952 | -10.026 | -10.222 | -10.220 |
Leefomgeving | -19.883 | -19.124 | -19.733 | -19.769 |
Milieu en duurzaamheid | -2.204 | -1.871 | -1.871 | -1.871 |
Ruimtelijke ontwikkeling | -2.215 | -2.339 | -2.373 | -2.088 |
Herstructurering en vastgoed | 880 | 1.118 | 1.131 | 1.132 |
Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | -29.796 | -31.946 | -30.930 | -30.026 |
Meedoen | -80.884 | -79.689 | -79.830 | -79.763 |
Jeugd en onderwijs | -35.371 | -35.099 | -34.971 | -34.968 |
Economie en Internationaal beleid | -2.165 | -2.126 | -2.075 | -2.073 |
Kunst en cultuur | -14.765 | -13.564 | -13.565 | -13.511 |
Bedrijfsvoering | -25.891 | -25.779 | -25.866 | -25.833 |
Totaal | -228.095 | -226.240 | -226.274 | -224.958 |
Algemene dekkingsmiddelen
De belangrijkste dekkingsbron voor de gemeentelijke lasten zijn de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen, waarvan de Algemene Uitkering (AU) en de Onroerende zaakbelasting (OZB) de belangrijkste zijn. De dekkingsmiddelen die direct verbonden zijn aan taakvelden, zoals de afvalstoffenheffing en het rioolrecht zijn als opbrengst ondergebracht in het betreffende programma. Naast deze algemene dekkingsmiddelen is er ook een aantal lasten en baten, dat daar (nog) buiten valt. Het betreft gereserveerde lasten en baten van algemeen karakter die nog nadere uitwerking behoeven alvorens te worden toebedeeld aan een programma. Ze worden per onderwerp kort toegelicht, en voor zover relevant daarna gespecificeerd.
(bedragen x €1.000)
Algemene dekkingsmiddelen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Algemene uitkering | 204.714 | 207.018 | 207.875 | 212.299 |
Lokale heffingen | 27.417 | 28.317 | 29.292 | 30.292 |
Saldo financieringsfunctie | -199 | -151 | 361 | 654 |
Dividend | 1.331 | 1.331 | 1.331 | 1.331 |
Calculatieverschillen | -723 | -571 | -579 | -645 |
Overige algemene dekkingsmiddelen | -581 | -585 | -591 | -591 |
Uitvoeringskosten lokale heffingen | -1.575 | -1.470 | -1.470 | -1.470 |
Gereserveerde budgetten: | ||||
Onvoorzien | -231 | -231 | -231 | -231 |
Areaal infrastructuur | -434 | -634 | -834 | -1.034 |
Exploitatie Filmtheater | -150 | -150 | -150 | -150 |
Gebiedsexploitatie Bergweide/Kloosterlanden | -850 | -850 | -300 | 0 |
Ontwikkeling zorgconcepten | 0 | -500 | 0 | 0 |
Frictiebudget taakstelling bedrijfsvoering | -265 | 0 | 0 | 0 |
Herinrichting Grote Kerkhof | -10 | -165 | -165 | -165 |
Sporthal Keizerslanden | -200 | -200 | -200 | -200 |
Stelpost accres AU | -850 | -850 | -750 | -750 |
Stelpost autonome ontwikkelingen | -650 | -1.000 | -1.350 | -1.725 |
Stelpost Jeugd | 293 | 328 | 360 | 395 |
Stelpost algemene uitekring jeugd | 2296 | 2296 | ||
Stelpost abonnementstarief | -250 | -500 | -500 | -500 |
Stelpost volumestijging WMO | -600 | |||
Stelpost bodemsanering | -186 | 439 | 439 | 439 |
Stelpost combinatiefunctionaris | -91 | |||
Stelpost prijzen en lonen | 0 | -3.270 | -5.724 | -8.192 |
Stelpost prijzen en lonen Sociaal Domein | 0 | -1.314 | -2.480 | -3.592 |
Stelpost investeringen | -743 | -182 | -182 | -182 |
Technische stelposten | -263 | -305 | -419 | -426 |
Totaal | 225.595 | 224.505 | 226.029 | 227.162 |
Algemene uitkering
Gemeente Deventer ontvangt de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze uitkering is voor een deel gekoppeld aan de uitgaven van het Rijk. De verdeling van het geld over de gemeenten vindt plaats op basis van verdeelmaatstaven.
Lokale heffingen
Hier wordt een beeld gegeven van de lokale heffingen waarbij er geen relatie ligt tussen de kosten en de opbrengsten. Dit impliceert tevens dat de heffingen op het gebied van parkeren (gedeeltelijk), afvalstoffen- en rioolopbrengsten geen algemeen dekkingsmiddel zijn, maar expliciet worden aangewend voor uitgaven op betreffende terreinen. In de paragraaf lokale lasten wordt aandacht besteed aan o.a. lokale lastendruk, kwijtscheldingsbeleid e.d.
Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie is een begrip uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit begrip kan worden gedefinieerd als het saldo van:
- de betaalde rente (last) over de aangegane langlopende leningen en over de aangetrokken middelen in rekening courant, en
- de ontvangen rente (bate) over de uitzettingen. Onder uitzettingen kunnen worden verstaan deposito’s, verstrekte langlopende leningen en beleggingen.
Dividend
De opbrengst uit deelnemingen betreft o.a. de dividenduitkering van de Bank Nederlandse gemeenten.
Calculatieverschillen kostenplaatsen
In een aantal kostenplaatsen wordt in de begroting een voorcalculatorisch tarief gehanteerd. De werkelijke kosten en opbrengsten kunnen hiervan afwijken. Dit komt tot uitdrukking in het calculatieverschil. Daarnaast bevat deze post nog budgetten die niet zijn toe te rekenen aan één product.
Overige algemene dekkingsmiddelen
De post ‘overige algemene dekkingsmiddelen’ bestaat met name uit de bespaarde rente op de reserves afkopen erfpacht en de vermogensreserve en kosten voormalig personeel.
Uitvoeringskosten lokale heffingen
Uitvoeringskosten lokale heffingen zijn de kosten voor het heffen en invorderen van de belastingen en heffingen. Dit zijn onder andere kosten van het gegevensbeheer, alle correspondentie en andere administratieve handelingen.
Gereserveerde budgetten:
Onvoorzien
Dit betreft de algemene raming voor onvoorzien. De bestedingen die ten laste van onvoorzien komen worden verantwoord op de programma’s waarop deze betrekking hebben. Dit betreft diverse lasten en baten die niet direct aan programma’s kunnen worden toegerekend.
Stelposten
Dit betreft diverse lasten en baten die niet direct aan programma’s worden toegerekend.
Vennootschapsbelasting
De Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen is per 1 januari 2016 in werking getreden. Op basis van de wetgeving zijn de verschillende activiteiten van gemeente Deventer onderzocht of er sprake is van het drijven van een onderneming. Dat is tot op heden niet het geval. Voor de begroting betekent dit dat er geen financiële consequenties in de vorm van Vpb belastingafdracht zijn opgenomen.
(bedragen x €1.000)
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overhead
In de BBV-regels is voorgeschreven wat onder de definitie overhead wordt verstaan.
De definitie luidt: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Door de definitie te gebruiken kan een eenduidig inzicht worden gegeven in de kosten die direct zijn toe te rekenen aan bepaalde taakvelden. Er moet in het programmaplan worden aangegeven welk bedrag dit in de gemeente betreft.
(bedragen x €1.000)
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Overhead | 25.891 | 25.779 | 25.866 | 25.833 |