Financieringsbeleid gemeente Deventer

Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. Voor de begroting 2020 en verder is deze omslagrente verlaagd van 2,5% naar 2,2%; de rente grondexploitatie is voor de begroting 2020 en verder verlaagd van 2,4% naar 2,3%.
De renteomslag is berekend op de wijze zoals beschreven in de notitie Rente 2017 die vanaf het begrotingsjaar 2018 verplicht is en de rente grondexploitatie is berekend conform notitie grondexploitatie 2016. Beide notities zijn kaders volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV).

De omslagrente wordt in beginsel zowel in de begroting als in de jaarrekening gebruikt tenzij er sprake is van een relatief forse afwijking. Indien namelijk de werkelijke rentelasten over een jaar die aan de taakvelden hadden moeten worden doorbelast meer dan 25% afwijken van de rentelasten die op basis van de voor gecalculeerde renteomslag zijn doorbelast, dan is de gemeente verplicht gesteld dit te corrigeren. Binnen een afwijking van 25% of minder dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Conform de BBV regelgeving wordt in de jaarrekening op de boekwaarde van de grondexploitaties echter altijd de werkelijke onafgeronde rente bijgeschreven. Met betrekking tot het facilitaire deel van de grondexploitaties dient daarentegen de omslagrente te worden toegepast.
Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.

Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan de gemeente interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen, en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal), oftewel het vreemde vermogen. In het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente zoveel mogelijk gebruik zal maken van de intern beschikbare financieringsmiddelen.

(bedragen x €1 miljoen)

Financieringsstructuur

Begroting 2018

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Investeringen in

Vaste activa

298

311

323

319

Voorraden inclusief onderhanden werk grondexploitatie

77

58

69

57

Totaal investeringen

375

369

392

376

Gefinancierd met

Reserves

67

67

60

64

Nog te bestemmen resultaat

0

7

0

0

Voorzieningen

9

9

8

9

Langlopende financiering

302

331

320

307

Totaal financiering

378

414

388

380

Financieringstekort (-) / overschot (+)

3

45

-4

4

Financieringsresultaat

Voor de begroting 2020 wordt rekening gehouden met €10,1miljoen aan rentekosten. Via de methodiek van de renteomslag wordt totaal €9,58 miljoen aan rentelasten omgeslagen over de activa en daarmee doorbelast aan de taakvelden. Het algemeen rentepercentage is verlaagd van 2,5% naar 2,2% conform de berekeningssystematiek richtlijnen BBV. Het rentevoordeel hiervan is in de begroting 2020 gestort in de generieke weerstandsreserve. Het verwachte renteresultaat voor 2020 komt op €0,01 miljoen. Voor 2021 wordt een renteresultaat verwacht van €0,14 miljoen, voor 2022 een renteresultaat van €0,71 miljoen en voor 2023 een restresultaat van €1,04 miljoen.

(bedragen x €1 miljoen)

Opstelling

R2018

B2019

B2020

B2021

B2022

B2023

Rentelasten

rente korte financieringsmiddelen

-0,04

0

0

0

0

0

rente langlopende geldleningen

9,20

8,87

8,55

8,26

7,77

7,45

rente op eigen financieringsmiddelen

0,62

0,59

0,49

0,44

0,39

0,37

rente op voorziening wethouders-pensioen

0,13

0,13

0,15

0,15

0,16

0,16

rente verliesvoorzieningen grondexploitatie

0,91

0,92

0,91

0,92

0,80

0,68

bijdrage aan exploitatie

0

0

0

0

0

0

Sub-totaal

10,82

10,51

10,1

9,77

9,12

8,66

Rente opbrengsten

Doorberekening aan vaste activa i.v.m. kapitaalbeslag

11,39

11,00

9,58

9,35

9,24

9,09

Sub-totaal

11,39

11,00

9,58

9,35

9,24

9,09

Tussenresultaat

0,57

0,49

-0,52

-0,42

0,12

0,43

Vanaf 2020 storting rentevoordeel in generieke weerstandsreserve a.g.v. aanpassing algemene rentepercentage van 2,5% naar 2,2%

0

0

0,53

0,56

0,59

0,61

Totaal

0,57

0,49

0,01

0,14

0,71

1,04

De voordelige renteresultaten worden gestort in de generieke weerstandsreserve. De renteomslag is berekend op de wijze zoals beschreven in de notitie Rente 2017 die vanaf het begrotingsjaar 2018 verplicht is.

Leningenportefeuille

De hoeveelheid geleend geld bedraagt per 1 januari 2019 €331miljoen. De verwachting van het verloop van de leningenportefeuille tot 1 januari 2021 ziet er als volgt uit:

(bedragen x €1 miljoen)

Leningenportefeuille

Bedrag

Gewogen gemiddelde rente(in %)

Werkelijke stand per 1 januari 2019

331

2,70

Contractuele aflossingen in 2019

12

-

Nieuwe leningen 2019

-

-

Geraamde stand per 1 januari 2020

319

2,54

Contractuele aflossingen 2020

37

-

Herfinanciering/consolidatie 2020

25

-

Geraamde stand per 1 januari 2021

307

2,53

Werkkapitaalbeheer

Het is belangrijk om de omvang en looptijden van de vlottende activa en vlottende passiva zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat een organisatie in staat is op korte termijn aan haar korte verplichtingen te voldoen. Verder leidt een doelmatig werkkapitaalbeheer tot minimalisatie van de rentekosten en een maximalisatie van de renteopbrengsten. Naar verwachting wordt er per 31 december 2020 voor een bedrag van €319 miljoen vastgelegd in vaste activa. Hier tegenover staat een totaal aan vaste (lange) financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) van €382 miljoen. Een deel van de vlottende activa wordt daarom gefinancierd met lang vermogen waarmee het netto werkkapitaal positief is. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de prognose voor het werkkapitaal voor een deel bestaat uit de grondvoorraden die in feite niet op heel korte termijn in liquide middelen kunnen worden omgezet.