In de planning - en control documenten van de gemeente wordt aandacht besteed aan de (financiële) risico’s die de gemeente met haar verbonden partijen loopt. Voor het risicomanagement van een verbonden partij geldt dat er een juiste verhouding moet zijn tussen behartiging van het publieke belang en het te lopen risico (continuïteit van de organisatie). Bedacht moet worden dat de gemeente een tweedelijns positie heeft: Risicomanagement is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van verbonden partijen zelf. Bestuurders van verbonden partijen dienen tijdig in te spelen op ontwikkelingen en dienen risico's in afdoende mate te beheersen. De toezichthouders moeten dit bewaken. Een sterke governance structuur en adequaat risicomanagement dat geïntegreerd is in de gehele bedrijfsvoering, dragen bij aan het „in control‟ zijn van verbonden partijen.
Bij optredende financiële problematiek binnen een verbonden partij (rekeningnadeel en / of nadeel in meerjarenperspectief) wordt de volgende lijn gevolgd:
- Eerst wordt het weerstandsvermogen van een verbonden partij aangesproken;
- Vervolgens worden beheermaatregelen getroffen om de exploitatie sluitend te houden / maken en wordt besloten tot aanvulling van het weerstandsvermogen binnen de verbonden partij tot de vastgestelde norm;
- Voorwaarde voor beperking van financieel risico is een toereikende liquiditeitspositie van de verbonden partij;
- Indien beheermaatregelen niet tot een gezond financieel meerjarenperspectief (kunnen) leiden en het liquiditeitssaldo niet toereikend is, loopt de gemeente als aandeelhouder (en als GR-partij) financieel risico. In het treffen van beheermaatregelen wordt ook betrokken of financiële zekerheid kan worden gevonden in een eventuele verkoop van eigendommen (met name vastgoed).
Indien bovenstaande niet mogelijk is, dan loopt de gemeente financieel risico met de volgende mogelijke consequenties:
- Tijdelijk / structureel beroep op aanvullende subsidie;
- Tijdelijke / structurele verstrekking van financiering / een kredietfaciliteit;
- Aanvulling aandelenkapitaal.
De gemeente heeft voor alle onvoorziene risico’s binnen haar programma’s (ook die wegens financieel risico op verbonden partijen) een weerstandsvermogen beschikbaar. De vraag is of de omstandigheden bij de verbonden partijen nu zodanig zijn gewijzigd dat een specifiek weerstandsvermogen moet worden aangehouden. Zoals in raadmededelingen en in deze paragraaf beschreven is de continuïteit van de schouwburg in het geding. Naast het verzoek om aanvullende financiering, heeft NV Schouwburg een verzoek ingediend voor eenmalige subsidie (RM 22/5/2019). Over dit subsidieverzoek en eventuele dekking van frictiekosten is het college nog met de NV Schouwburg in gesprek. In de stand van de generieke weerstandsreserve wordt alvast rekening gehouden met het verstrekken van de eenmalige subsidie. Alvorens dit bedrag wordt verstrekt, wordt de raad hierover nog geïnformeerd middels een Raadsmededeling.
Voorshands is er verder geen reden om specifieke weerstandsvermogen bij de gemeente te vormen. Zie ook de paragraaf Weerstandsvermogen, waarin de financiële belangen in verbonden partijen en het financieel risico aan de orde komt.